ArtikelenGeplaatst op: 13 juni 2022

Mutaties en recombinaties van virussen | Deel 1/4 Griep

Laboratoria bieden steeds meer mogelijkheden voor onderzoek aan. Een gevolg van het ‘beter zoeken’ is dat je meer vindt, bijvoorbeeld dat de genetische variatie van ziektekiemen veel groter is dan we dachten. Vooral virussen lijken gevoelig voor veranderingen in het genetische materiaal. Deze veranderingen kunnen het gevolg zijn van zowel mutaties als van recombinaties. 1 

Mutaties zijn kleine en geleidelijke veranderingen die tijdens de vermeerdering van virussen– ontstaan. De gevolgen hiervan zijn vaak beperkt en leiden vooral tot meer variatie in het genetisch materiaal. 

Bij recombinatie is er sprake van grote veranderingen die tijdens de vermeerdering van virussen kunnen plaatsvinden; het genetisch materiaal kan op ‘zwakke punten’ openbreken en vervolgens met een stuk genetisch materiaal van een ander virus verbonden raken. Dit is alleen mogelijk bij virussen die nauw verwant zijn. Een PRRS-virus kan bijvoorbeeld niet recombineren met een griepvirus. Een PRRS-virus kan wel met de meeste andere PRRS-virussen recombineren. Slechts zeer zelden levert dit een nieuwe gevaarlijke stam op, maar het is niet geheel onmogelijk.  

De volgende bij de varkens veel komende virussen zijn in dit kader interessant om nader te bespreken: Griep, PRRS, Circo en Parvo. Ga er maar even goed voor zitten want het is best lastige materie! Deze nieuwsbrief gaat over griep. In de weken hierna gaan we opeenvolgend in op het PRRS-virus, de week daarna komt het Circo type 2/ PCV-2 en Circo type 3/ PCV-3 aan bod en tot slot gaat het over het Parvo-virus.

Griep

Griep heeft vrijwel onafgebroken te maken met mutaties en regelmatig komen recombinaties voor. 4 Een paar van die recombinaties hebben in de afgelopen 150 jaar bij mensen tot 5 pandemieën geleid waarvan de Spaanse griep met een geschatte 17-100 miljoen doden op een toenmalige wereldbevolking van 1,8 miljard het meest tot de verbeelding spreekt. 5

 

2022_01_19_BI_Tabel2 (002)Tabel 1 Griep pandemieën bij mensen 6

 

Ter vergelijking: de huidige Corona-pandemie heeft tot nu naar schatting toe 5,3 miljoen slachtoffers geëist op een wereldbevolking van 7,9 miljard mensen waarbij van de geïnfecteerden wereldwijd gemiddeld 2% aan de gevolgen ervan is overleden.7 Op de totale wereldbevolking is het verschil in sterfte daarmee minimaal een factor 14 lager dan destijds bij de Spaanse Griep.

Recent onderzoek bij 11 gesloten varkensbedrijven in Denemarken toonde aan dat bij 6 tot 41% van de dieren op een bedrijf griepinfecties werden aangetoond en dat griep gedurende het hele jaar werd gevonden. Ruim 80% van alle positief geteste speekselmonsters (PCR test) betroffen biggen kort voor en na spenen.8 Veelgehoorde waarnemingen van dierenartsen uit Nederland bevestigen dat ook in Nederland griep veel voorkomt op de bedrijven en vaak al bij jonge biggen gevonden wordt.

Voor de aanpak van griep bij varkens zijn er met wat zaken rekening te houden:

  • Varkensgriep bij mensen? Varkens zijn gevoelig voor zowel vogelgriep- als voor zoogdiergriep-virussen en vormen in uitzonderlijke gevallen een mogelijke bron van recombinaties van griepvirussen tussen die beide. 9 In principe kunnen mensen met varkensgriep geïnfecteerd worden zoals dat is gebeurd met de Mexicaanse griep.
  • Biestantistoffen. Bescherming vanuit de biest vormt een extra uitdaging omdat de biestantistoffen onvolledige bescherming bieden waardoor er biggen al in de kraamstal geïnfecteerd kunnen raken en ook weer virus uitscheiden. Als de biestimmuniteit met de leeftijd daalt worden meer biggen gevoeliger voor infectie. Omdat de mate en het verloop van biestbescherming tussen de biggen nogal verschilt blijft een griepvirus vaak lang – tot ver na het spenen - bij de biggen rondgaan.
  • Kruisbescherming. Een griepinfectie geeft gebrekkige kruisbescherming tegen andere griepstammen. Vaak is sprake van gelijktijdige circulatie van verschillende griepstammen op een bedrijf.10
  • Jaarrond. Gevolg is dat griep op veel bedrijven langdurig en gedurende het hele jaar bij de biggen blijft rondgaan, en in mindere mate ook bij de zeugen of de gelten en de vleesvarkens.
  • Vaccinatie. Vaccins geven niet meer dan gedeeltelijke kruisbescherming.11 Het aantal verschillende in Nederland geregistreerde griepvaccins is minimaal en de griepstammen die in de vaccins worden gebruikt zijn behoorlijk verouderd.12 In tegenstelling tot de situatie bij de jaarlijkse griepprik voor mensen is het voor varkens niet toegestaan om actueel circulerende virusvarianten in een geregistreerd vaccin te krijgen. Door middel van zeugenvaccinatie is het mogelijk om de ziekteverschijnselen na infectie te verminderen en via de biest tijdelijk ook bij de biggen, maar vaccinatie stopt de spreiding niet.13

De gevolgen voor in de praktijk zijn dan ook een uitdaging te noemen:

  • Griepprik. Griep kan overspringen van varken naar mens (zoönose), maar andersom komt vaker voor en zijn het mensen die varkens infecteren. Jaarlijkse griepvaccinatie van mensen die met varkens werken is daarom aan te bevelen.
  • Griep-controle. Om griep op een bedrijf onder controle te krijgen geldt de optelsom van:
    • Goed georganiseerde en gestructureerde dierstromen (éénrichtingsverkeer, gescheiden diergroepen, minimaal mengen en geen biggen terugleggen, etc.).
    • Hygiëne (stalhygiëne én persoonlijke hygiëne).
      • Griepvirus is goed gevoelig voor reiniging en desinfectie.
    • Vaccinatie van varkens
      • Geeft in de regel na infectie minder ziekteverschijnselen maar stopt de spreiding van griep niet.
      • De oplossing zit niet in het potje maar het potje kan deel uitmaken van de oplossing.

En verder. Aanvullend is een optimaal stalklimaat noodzakelijk én aandacht voor het infectiegevaar van aerosolen (denk bijvoorbeeld aan de recirculatie van lucht binnen het bedrijf of aan hoge drukreiniging zonder gelijktijdige afzuiging van die ruimte).

Wilt u meer weten en/of een gratis intake op uw bedrijf neem dan contact op met ons op via onderstaande button. 

Contact 

 

 

 

referenties:  

1. Lakna. Difference Between Mutation and Recombination. https://pediaa.com/difference-between-mutation-and-recombination/.

2. Duffy, S. Why are RNA virus mutation rates so damn high? Plos Biol 16, e3000003 (2018).

3. Zimmerman, J., Karriker, L., Ramirez, A., Schwartz, K. & Stevenson, G. Diseases of Swine 10th edition. (2012).

4. CDC. How Flu Viruses Can Change: “Drift” and “Shift.” https://www.cdc.gov/flu/about/viruses/change.htm?web=1&wdLOR=c85F5871B-37F2-4EF0-96EC-2E0AE1E613B3 (2021).

5. CDC. History of 1918 Flu Pandemic. https://www.cdc.gov/flu/pandemic-resources/1918-commemoration/1918-pandemic-history.htm (2021).

6. Wikipedia. Influenza pandemic. https://en.wikipedia.org/wiki/Influenza_pandemic.

7. Ritchie, H. et al. Coronavirus Pandemic (COVID-19). https://ourworldindata.org/coronavirus (2020).

8. Soegaard, Goecke, N. B. & Larsen, H. SOS – SWINE, OBJECTIVE SURVEILLANCE - A NEW DIAGNOSTIC TOOL FOR MONITORING PATHOGENS IN PIG HERDS. in 12th EUROPEAN SYMPOSIUM OF PORCINE HEALTH MANAGEMENT PRROCEEDINGS (2021).

9. Salvesen, H. A. & Whitelaw, C. B. A. Current and prospective control strategies of influenza A virus in swine. Porcine Heal Management 7, 23 (2021).

10. Rose, N. VGV-symposium; Recurrent Influenza infections in pig farms and associated epidemiological characteristics. (2016).

11. Gracia, J. C. M., Pearce, D. S., Masic, A. & Balasch, M. Influenza A Virus in Swine: Epidemiology, Challenges and Vaccination Strategies. Frontiers Vet Sci 7, 647 (2020).

12. European Medicines Agency |. https://www.ema.europa.eu/en.

13. Sandbulte, M. R., Spickler, A. R., Zaabel, P. K. & Roth, J. A. Optimal Use of Vaccines for Control of Influenza A Virus in Swine. Nato Adv Sci Inst Se 3, 22–73 (2015).